Tirana en Bajram Curri
Zaterdag 19 november
Na een voorspoedige reis met Alitalia via Rome, in het oudste toestel uit de vloot, kwamen we aan op het vliegveld Moeder Theresa vlakbij Tirana. Na de betaling van de toeristenbelasting (10 euro) konden we gemakkelijk doorlopen bij de douane. Buiten stond Michiel al te wachten. Met zijn eigen auto (vanuit Nederland hierheen gereden aan het begin van zijn stage) zijn we vervolgens naar Tirana gereden. De wegen waren erg slecht, overal gaten, kuilen en ontbrekende putdeksels en de bermen vol troep en vuilnis. Tel daar de prettige gestoordheid in het verkeer van de Albanezen bij op en het plaatje is compleet. Op het stuk snelweg (aangelegd met geld van de EU) kwamen we zowel oude Utrechtse stadsbussen, als paard en wagen en spookrijders tegen, maar vooral heel veel oude Mercedessen. Aan de andere kant zie je ook af en toe Hummers en andere grote auto's voorbij rijden. Kennelijk is de georganiseerde misdaad (maffia) hier aanwezig.
Eenmaal aangekomen bij het appartement van Michiel moest hij er al snel vandoor voor een feestje. Wij hebben onze spullen gedropt en zijn de stad in gelopen. Toen we goed en wel zaten bij een leuk cafeetje, viel de stroom uit. Dit zou niet de eerste keer zijn deze vakantie. Door een energiecrisis in Albanië, viel om de haverklap de stroom uit. Op zich niet zo vreemd door de droogte en het wanbeleid van de vorige regering. Gelukkig hebben de meeste winkels en restaurants een aggregaat voor de deur staan. Veel herrie van deze apparaten geeft dan ook aan dat de stroom weer eens is weggevallen. Na het cafeetje hebben we lekker gegeten in een Italiaans restaurant.
Zondag 20 november
Vroeg op, want we gingen met de Minibus naar Bajram Curri. Via een kennis had
Michiel het nummerbord gekregen van een Albanees die daar met Minibus heen ging.
Aangekomen op het pleintje, stond de beloofde auto er dan ook. Met nog wat andere
mensen erbij gingen we om 5:30 uur op pad (ja, ja, Albanezen zijn vroege reizigers).
Leuk om het land vanuit een hobbelende auto te bekijken. Overal eenpersoons mini-bunkers
om het vroegere 'Workers Paradise' te beschermen.
Bij de koffiepauze bleek een van de mede passagiers een pistool op zak te hebben, wat een vrij normaal verschijnsel in Albanië bleek te zijn. Het laatste stuk tot aan de boot werd steeds bergachtiger en lastiger. Aangekomen bij de opstapplaats voor de boot, moesten we eerst een uur wachten tot deze arriveerde. Tijdens het wachten raakten we aan de praat met een Belgische Albanees (op weg naar zijn moeder) en kwamen we wat meer te weten over het gebied waar we heen gingen. Toen de karavaan met wachtende auto's eenmaal weer begon te rijden verdwenen we in een donkere natte tunnel. Na wederom wat oponthoud konden we aan het eind van de tunnel de boot op. Mooi tafereeltje waar iedereen zich met alles bemoeide om de auto's goed op de boot te krijgen. Sommige auto's hadden de volledige huisraad op het dak liggen.
De boottocht zelf was prachtig! Nog echt een stuk ongerepte natuur. Een smal stuwmeer kronkelend door steile rotswanden, blauw-groen water, diepe kloven, sneeuw op de toppen en slechts heel af en toe een huisje. Aan boord zaten in de wachtruimte alleen maar mannen te drinken en te roken, terwijl alle vrouwen in de auto's zaten.
Vanwege het lage waterpeil moest de boot na 2 uur een paar kilometer eerder stoppen dan gepland. Via een provisorische aanlegsteiger konden we aan land. Na ruim drie kwartier rijden kwamen we aan in Bajram Curri. Bajram Curri wordt omringd door hoge besneeuwde bergen en inmiddels was het al aardig koud geworden. Op de lokale markt maar even een muts en handschoenen gekocht. Het stadje zelf stelt niet zo veel voor, veel lelijke communistische bouwwerken. We werden vriendelijk begroet door de plaatselijke politie (kan nooit kwaad als zij weten dat we daar zijn).
Het (enige) hotel was boven verwachting (het bleek dat ze een paar kamers hadden opgeknapt). Dit ondanks het feit dat door de regelmatige stroomuitval de kamer niet warm te krijgen was. In het cafe bij het hotel hadden ze echter ook gaskachels, zodat we daar zijn gaan zitten. Café is overigens een groot woord, want de ruimte waarin we zaten had weliswaar een bar, maar voor de rest bestond de ruimte alleen uit plavuizen en tafeltjes met stoelen. Alle Albaniërs hebben hier ook een zwarte leren jas en vrouwen zijn er natuurlijk niet te bekennen.
Dat men toeristen nog niet gewend was, bleek wel uit het antwoord op de vraag of ze een menukaart hadden. Deze hadden ze namelijk niet en de barman kwam niet zelf op het idee dat we wellicht wat wilde eten. Pas toen we er zelf expliciet om vroegen, was het mogelijk om wat eten te bestellen. Het eten was overigens erg lekker! (aardappeltjes, schapenvlees en wat groente) Een erg arme streek maar een bezoek meer dan waard.
Hotel Bajram Curri Informatie Albanië |
Hotel Shkelzeni Startpagina / Wikipedia / Lonely Planet |